Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

voltrekkend

  1. present participle of voltrekken

Declension edit

Inflection of voltrekkend
uninflected voltrekkend
inflected voltrekkende
positive
predicative/adverbial voltrekkend
voltrekkende
indefinite m./f. sing. voltrekkende
n. sing. voltrekkend
plural voltrekkende
definite voltrekkende
partitive voltrekkends