Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

voorwendend

  1. present participle of voorwenden

Declension

edit
Declension of voorwendend
uninflected voorwendend
inflected voorwendende
positive
predicative/adverbial voorwendend
voorwendende
indefinite m./f. sing. voorwendende
n. sing. voorwendend
plural voorwendende
definite voorwendende
partitive voorwendends