Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: vrij‧ge‧ko‧men

Participle

edit

vrijgekomen

  1. past participle of vrijkomen

Declension

edit
Declension of vrijgekomen
uninflected vrijgekomen
inflected vrijgekomen
positive
predicative/adverbial vrijgekomen
indefinite m./f. sing. vrijgekomen
n. sing. vrijgekomen
plural vrijgekomen
definite vrijgekomen
partitive vrijgekomens