Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Adjective

edit

vrijstaand (not comparable)

  1. free-standing

Declension

edit
Declension of vrijstaand
uninflected vrijstaand
inflected vrijstaande
comparative
positive
predicative/adverbial vrijstaand
indefinite m./f. sing. vrijstaande
n. sing. vrijstaand
plural vrijstaande
definite vrijstaande
partitive vrijstaands
edit