See also: Werker

Afrikaans edit

Etymology edit

From Dutch werker.

Pronunciation edit

  • (file)

Noun edit

werker (plural werkers)

  1. worker

Related terms edit

Dutch edit

Etymology edit

From werken +‎ -er.

Pronunciation edit

Noun edit

werker m (plural werkers, diminutive werkertje n, feminine werkster)

  1. worker
    De werkers op het bouwterrein werken hard om het project op tijd af te krijgen.
    The workers at the construction site are working hard to finish the project on time.
    De fabriek heeft een team van bekwame werkers die de productielijn draaiende houden.
    The factory has a team of skilled workers who keep the production line running.
    De werkers eisten betere arbeidsvoorwaarden en hogere lonen.
    The workers demanded better working conditions and higher wages.

Synonyms edit

Derived terms edit