zeenaaktslak
Dutch
editEtymology
editCompound of zee (“sea”) + naaktslak (“slug”).
Pronunciation
editNoun
editzeenaaktslak m (plural zeenaaktslakken, diminutive zeenaaktslakje n)
Compound of zee (“sea”) + naaktslak (“slug”).
zeenaaktslak m (plural zeenaaktslakken, diminutive zeenaaktslakje n)