zee
EnglishEdit
Etymology 1Edit
1670s: variant of British English zed, by analogy with other letters such as bee, dee, tee and vee, and standardized by Noah Webster; from Middle French zede, from Late Latin zeta, from Ancient Greek ζῆτα (zêta), from Hebrew ז (zayin).
PronunciationEdit
- IPA(key): /ˈziː/
Audio (US) (file) Audio (CAN) (file) - (Philippine) IPA(key): /ˈzeɪː/ (colloquial)
- Rhymes: -iː
NounEdit
zee (plural zees) (chiefly US, Newfoundland, Philippines, increasingly Canada)
- The name of the Latin-script letter Z.
- 1984 Waite, Prata & Martin, C (Computer Program Language), p. 190
- Thus first C checks to see if ex and wye are equal. The resulting value of 1 or 0 (true or false) then is compared to the value of zee.
- 1984 Waite, Prata & Martin, C (Computer Program Language), p. 190
- Something Z-shaped. Found in compounds.
- zee-bar.
- (colloquial, usually in the plural) Sleep.
- Time to get some zees.
SynonymsEdit
- zed (UK, Ireland, Canada, Australia, New Zealand, South Africa)
- izzard (Hong Kong, Scotland, South Asia)
Derived termsEdit
TranslationsEdit
|
See alsoEdit
- (Latin-script letter names) letter; a, bee, cee, dee, e, ef, gee, aitch, i, jay, kay, el, em, en, o, pee, cue, ar, ess, tee, u, vee, double-u, ex, wye, zee / zed
VerbEdit
zee (third-person singular simple present zees, present participle zeeing, simple past and past participle zeed) (chiefly US, Newfoundland)
- (intransitive, informal) To sleep or nap. (Compare zzz, catch some z's.)
- (intransitive, rare) To zigzag; to move with sharp alternating turns.
See alsoEdit
Etymology 2Edit
ArticleEdit
zee
- Pronunciation spelling of the, representing primarily French or German accented English.
AnagramsEdit
DutchEdit
EtymologyEdit
From Middle Dutch sêe, from Old Dutch sēo, from Proto-West Germanic *saiwi, from Proto-Germanic *saiwiz.
PronunciationEdit
NounEdit
zee f (plural zeeën, diminutive zeetje n)
- sea
- De oude man en de zee.
- a vast mass, expanse; multitude
Derived termsEdit
- Adriatische Zee
- Arabische Zee
- Bandazee
- Barentszzee
- binnenzee
- bloemenzee
- Caraïbische Zee
- diepzee
- Dode Zee
- Egeïsche Zee
- Floreszee
- ijszee
- Javazee
- Kaspische Zee
- Middellandse Zee
- Middelzee
- Noordelijke IJszee
- Noordzee
- onderzeeboot
- onderzeeër
- onderzees
- Oost-Chinese Zee
- Oostzee
- open zee
- randzee
- Rode Zee
- Stille Zuidzee
- vlammenzee
- vuurzee
- Waddenzee
- wereldzee
- zee-eend
- zee-egel
- zee-engte
- zee-ijs
- zeeaal
- zeeanemoon
- zeeanjelier
- zeearend
- zeearm
- zeebaai
- zeebaars
- zeebaboe
- zeebad
- zeebanket
- zeebatterij
- zeebeer
- zeebenen
- zeebeving
- zeebewoner
- zeeblauw
- zeebodem
- zeeboei
- zeeboezem
- zeebonk
- zeebot
- zeebries
- zeecadet
- zeecontainer
- zeedier
- zeedijk
- zeedorp
- zeedraak
- zeedrift
- zeeduin
- zeeduivel
- zeeduizendpoot
- zeefort
- zeegat
- zeegevecht
- zeegezicht
- zeegod
- zeegodin
- zeegolf
- zeegras
- zeegroen
- zeehandel
- zeehaven
- zeeheld
- zeehond
- zeekaart
- zeekastanje
- zeekat
- zeekering
- zeeklaar
- zeeklei
- zeekoe
- zeekoelte
- zeekoet
- zeekolk
- zeekomkommer
- zeekompas
- zeekraal
- zeekrab
- zeekrijg
- zeekrokodil
- zeekunde
- zeekust
- zeelamprei
- Zeeland
- zeeland
- zeeleeuw
- zeeleven
- zeelied
- zeelucht
- zeelui
- zeeluipaard
- zeemacht
- zeemakelaar
- zeeman
- zeemeermin
- zeemeeuw
- zeemijl
- zeemijn
- zeemond
- zeemonster
- zeemossel
- zeemuis
- zeenaald
- zeenimf
- zeeniveau
- zeeofficier
- zeeolifant
- zeeoorlog
- zeeotter
- zeepaard
- zeepaling
- zeepissebed
- zeeplant
- zeepok
- zeeprik
- zeereis
- zeereptiel
- zeerob
- zeeroof
- zeeroofdier
- zeeroofvogel
- zeerot
- zeerover
- zeeschelp
- zeeschildpad
- zeeschip
- zeeschuim
- zeeschuimer
- zeeslag
- zeeslang
- zeesluis
- zeesoldaat
- zeespiegel
- zeestaat
- zeester
- zeestorm
- zeestraat
- zeestrand
- zeestroom
- zeetransport
- zeevaarder
- zeevaart
- zeevang
- zeevast
- zeeverbinding
- zeeverkeer
- zeeverkenner
- zeevis
- zeevisser
- zeevliegtuig
- zeevogel
- zeevolk
- zeevonk
- zeevoogd
- zeewaardig
- zeewapen
- zeewater
- zeewering
- zeewezen
- zeewier
- zeewind
- zeewolf
- zeezeiler
- zeezicht
- zeeziek
- zeeziekte
- zeezout
- zeezwaluw
- zoutzee
- Zuid-Chinese Zee
- Zuiderzee
- Zwarte Zee
DescendantsEdit
EstonianEdit
NounEdit
zee (genitive [please provide], partitive [please provide])
- The name of the Latin-script letter Z.
LatinEdit
NounEdit
zee
RomanianEdit
EtymologyEdit
From zeu.
NounEdit
zee f (plural zee)
DeclensionEdit
San Juan Guelavía ZapotecEdit
EtymologyEdit
Cognate with Zoogocho Zapotec za'a.
NounEdit
zee
- a fresh ear of corn
ReferencesEdit
- López Antonio, Joaquín; Jones, Ted; Jones, Kris (2012) Vocabulario breve del Zapoteco de San Juan Guelavía[1] (in Spanish), second electronic edition, Tlalpan, D.F.: Instituto Lingüístico de Verano, A.C., pages 20
SwahiliEdit
PronunciationEdit
Audio (Kenya) (file)
AdjectiveEdit
-zee (declinable)
InflectionEdit
AntonymsEdit
Related termsEdit
YolaEdit
Etymology 1Edit
From Middle English seen, from Old English sēon, from Proto-West Germanic *sehwan.
Alternative formsEdit
VerbEdit
zee (simple past zide)
- to see
Etymology 2Edit
NounEdit
zee
- Alternative form of zea (“sea”)
ReferencesEdit
- Jacob Poole (1867), William Barnes, editor, A Glossary, With some Pieces of Verse, of the old Dialect of the English Colony in the Baronies of Forth and Bargy, County of Wexford, Ireland, London: J. Russell Smith, page 80 & 81