auspiciën
Dutch
editEtymology
editUltimately from Latin auspicia, plural of auspicium. This etymology is incomplete. You can help Wiktionary by elaborating on the origins of this term.
Pronunciation
editNoun
editauspiciën pl (plural only)
- watch, supervision
- auspices, protection
- (historical) augury; (also) the omens from divination based on the behaviour of birds, practiced in Roman culture
- Synonym: vogelwichelarij
- 1949, Konstant Vangenechten, Het antieke Rome, page 66:
- Dit was eigenlijk geen gebouw, slechts een afgebakende plaats, begroeid met gras, en waar de Auguren — de vogelwichelaars — kwamen om de auspiciën te houden.
- (please add an English translation of this quotation)