bevattend

Dutch

Pronunciation

• Audio:

  (file)

Participle

bevattend

1. present participle of bevatten

Declension

Declension of bevattend
uninflected	bevattend
inflected	bevattende
		positive
predicative/adverbial		bevattend bevattende
indefinite	m./f. sing.	bevattende
	n. sing.	bevattend
	plural	bevattende
definite		bevattende
partitive		bevattends