Dutch

edit

Etymology

edit

From bevorderen +‎ -lijk.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /bəˈvɔr.dər.lək/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: be‧vor‧der‧lijk

Adjective

edit

bevorderlijk (comparative bevorderlijker, superlative bevorderlijkst)

  1. advantageous; favorable (US), favourable (Commonwealth)

Inflection

edit
Declension of bevorderlijk
uninflected bevorderlijk
inflected bevorderlijke
comparative bevorderlijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial bevorderlijk bevorderlijker het bevorderlijkst
het bevorderlijkste
indefinite m./f. sing. bevorderlijke bevorderlijkere bevorderlijkste
n. sing. bevorderlijk bevorderlijker bevorderlijkste
plural bevorderlijke bevorderlijkere bevorderlijkste
definite bevorderlijke bevorderlijkere bevorderlijkste
partitive bevorderlijks bevorderlijkers

Derived terms

edit