Home
Random
Log in
Settings
Donations
About Wiktionary
Disclaimers
Search
daarnaartoe
Language
Watch
Edit
Contents
1
Dutch
1.1
Etymology
1.2
Pronunciation
1.3
Adverb
1.3.1
Inflection
1.3.2
Descendants
Dutch
edit
Etymology
edit
Univerbation
of
daar
+
naartoe
.
Pronunciation
edit
IPA
(
key
)
:
/ˌdaːr.naːrˈtu/
,
/ˈdaːr.naːrˌtu/
Audio
:
(
file
)
Hyphenation:
daar‧naar‧toe
Adverb
edit
daarnaartoe
pronominal adverb
form of
naartoe
+
dat
: to
there
,
thither
Inflection
edit
Pronominal adverbs of
daarnaartoe
preposition
naartoe
postpositional adv.
naartoe
+
het
(it)
ernaartoe
+
dit
(this)
hiernaartoe
+
dat
(that)
daarnaartoe
+
wat
(what)
waarnaartoe
+
iets
(something)
ergens
naartoe
+
niets
(nothing)
nergens
naartoe
+
alles
(everything)
overal
naartoe
Descendants
edit
Afrikaans:
daarnatoe
Categories
:
Dutch univerbations
Dutch terms with IPA pronunciation
Dutch terms with audio links
Dutch lemmas
Dutch pronominal adverbs
Hidden category:
Pages with 1 entry