Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

deelnemend

  1. present participle of deelnemen

Declension edit

Inflection of deelnemend
uninflected deelnemend
inflected deelnemende
positive
predicative/adverbial deelnemend
deelnemende
indefinite m./f. sing. deelnemende
n. sing. deelnemend
plural deelnemende
definite deelnemende
partitive deelnemends