droomwereld
Dutch
editEtymology
editCompound of droom (“dream”) + wereld (“world”).
Pronunciation
editNoun
editdroomwereld f (plural droomwerelden, diminutive droomwereldje n)
- a dreamworld, imaginary world, such as experienced while dreaming
- In mijn droomwereld vlieg ik door de lucht als een vogel. ― In my dreamworld, I fly through the air like a bird.
- Ze creëerde haar eigen droomwereld waarin alles mogelijk was. ― She created her own dreamworld where everything was possible.
- an ideal world, utopia
- Hij verlangt naar een betere wereld, een soort droomwereld waar iedereen gelukkig is. ― He longs for a better world, a kind of utopia where everyone is happy.
- Voor sommigen lijkt een wereld zonder conflicten een onbereikbare droomwereld te zijn. ― For some, a world without conflicts seems like an unattainable utopia.