Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gecorrigeerd

  1. past participle of corrigeren

Declension

edit
Declension of gecorrigeerd
uninflected gecorrigeerd
inflected gecorrigeerde
positive
predicative/adverbial gecorrigeerd
indefinite m./f. sing. gecorrigeerde
n. sing. gecorrigeerd
plural gecorrigeerde
definite gecorrigeerde
partitive gecorrigeerds