Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gedeerd

  1. past participle of deren

Declension

edit
Declension of gedeerd
uninflected gedeerd
inflected gedeerde
positive
predicative/adverbial gedeerd
indefinite m./f. sing. gedeerde
n. sing. gedeerd
plural gedeerde
definite gedeerde
partitive gedeerds