Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gegijzeld

  1. past participle of gijzelen

Declension

edit
Declension of gegijzeld
uninflected gegijzeld
inflected gegijzelde
positive
predicative/adverbial gegijzeld
indefinite m./f. sing. gegijzelde
n. sing. gegijzeld
plural gegijzelde
definite gegijzelde
partitive gegijzelds