Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)
  • Rhymes: -ui̯t

Participle edit

gegroeid

  1. past participle of groeien

Inflection edit

Inflection of gegroeid
uninflected gegroeid
inflected gegroeide
positive
predicative/adverbial gegroeid
indefinite m./f. sing. gegroeide
n. sing. gegroeid
plural gegroeide
definite gegroeide
partitive gegroeids