Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gelogeerd

  1. past participle of logeren

Declension

edit
Declension of gelogeerd
uninflected gelogeerd
inflected gelogeerde
positive
predicative/adverbial gelogeerd
indefinite m./f. sing. gelogeerde
n. sing. gelogeerd
plural gelogeerde
definite gelogeerde
partitive gelogeerds