Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

geprogrammeerd

  1. past participle of programmeren

Declension edit

Inflection of geprogrammeerd
uninflected geprogrammeerd
inflected geprogrammeerde
positive
predicative/adverbial geprogrammeerd
indefinite m./f. sing. geprogrammeerde
n. sing. geprogrammeerd
plural geprogrammeerde
definite geprogrammeerde
partitive geprogrammeerds