Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

geraadpleegd

  1. past participle of raadplegen

Declension edit

Inflection of geraadpleegd
uninflected geraadpleegd
inflected geraadpleegde
positive
predicative/adverbial geraadpleegd
indefinite m./f. sing. geraadpleegde
n. sing. geraadpleegd
plural geraadpleegde
definite geraadpleegde
partitive geraadpleegds