Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

gesorteerd

  1. past participle of sorteren

Declension edit

Inflection of gesorteerd
uninflected gesorteerd
inflected gesorteerde
positive
predicative/adverbial gesorteerd
indefinite m./f. sing. gesorteerde
n. sing. gesorteerd
plural gesorteerde
definite gesorteerde
partitive gesorteerds