Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gevarieerd

  1. past participle of variëren

Declension

edit
Declension of gevarieerd
uninflected gevarieerd
inflected gevarieerde
positive
predicative/adverbial gevarieerd
indefinite m./f. sing. gevarieerde
n. sing. gevarieerd
plural gevarieerde
definite gevarieerde
partitive gevarieerds