Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gevoederd

  1. past participle of voederen

Declension

edit
Declension of gevoederd
uninflected gevoederd
inflected gevoederde
positive
predicative/adverbial gevoederd
indefinite m./f. sing. gevoederde
n. sing. gevoederd
plural gevoederde
definite gevoederde
partitive gevoederds

Anagrams

edit