Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

gewaardeerd

  1. past participle of waarderen

Declension

edit
Declension of gewaardeerd
uninflected gewaardeerd
inflected gewaardeerde
positive
predicative/adverbial gewaardeerd
indefinite m./f. sing. gewaardeerde
n. sing. gewaardeerd
plural gewaardeerde
definite gewaardeerde
partitive gewaardeerds