koortsachtig

Dutch

Etymology

From koorts (“fever”) +‎ -achtig (“-ly, -ish”).

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈkoːrtsɑxtəx/

• Audio:

  (file)

• Hyphenation: koorts‧ach‧tig

Adjective

koortsachtig (comparative koortsachtiger, superlative koortsachtigst)

1. (literally) feverous, suffering from fever
2. (figuratively) (by far the most common use) frenetic, feverish, nervous, haste-stressed
3. resembling fever
4. causing fever

Inflection

Declension of koortsachtig
uninflected	koortsachtig
inflected	koortsachtige
comparative	koortsachtiger
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		koortsachtig	koortsachtiger	het koortsachtigst het koortsachtigste
indefinite	m./f. sing.	koortsachtige	koortsachtigere	koortsachtigste
	n. sing.	koortsachtig	koortsachtiger	koortsachtigste
	plural	koortsachtige	koortsachtigere	koortsachtigste
definite		koortsachtige	koortsachtigere	koortsachtigste
partitive		koortsachtigs	koortsachtigers	—

Synonyms

• (suffering from fever) koortsig
• (frenetic) haastig, jachtig

Derived terms

• koortsachtigheid

Related terms

• koortslijder m