Dutch

edit

Etymology

edit

From leven +‎ -s- +‎ belangrijk.

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Adjective

edit

levensbelangrijk (not comparable)

  1. vitally important

Inflection

edit
Declension of levensbelangrijk
uninflected levensbelangrijk
inflected levensbelangrijke
comparative
positive
predicative/adverbial levensbelangrijk
indefinite m./f. sing. levensbelangrijke
n. sing. levensbelangrijk
plural levensbelangrijke
definite levensbelangrijke
partitive levensbelangrijks
edit