neerwaarts

Dutch

Etymology

From neer (“down, nether”) +‎ -waarts (“-wards”).

Pronunciation

• Audio:

  (file)

Adjective

neerwaarts (not comparable)

1. downward

Inflection

Declension of neerwaarts
uninflected	neerwaarts
inflected	neerwaartse
comparative	—
		positive
predicative/adverbial		neerwaarts
indefinite	m./f. sing.	neerwaartse
	n. sing.	neerwaarts
	plural	neerwaartse
definite		neerwaartse
partitive		neerwaarts

Antonyms

• opwaarts

Adverb

neerwaarts

1. downwards

Antonyms

• opwaarts