Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

omgevormd

  1. past participle of omvormen

Declension

edit
Declension of omgevormd
uninflected omgevormd
inflected omgevormde
positive
predicative/adverbial omgevormd
indefinite m./f. sing. omgevormde
n. sing. omgevormd
plural omgevormde
definite omgevormde
partitive omgevormds