Dutch

edit

Etymology

edit

on- (un-) +‎ aangeroerd (touched)

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Adjective

edit

onaangeroerd (not comparable)

  1. pristine, unspoiled
  2. untouched, (topic) undiscussed

Inflection

edit
Declension of onaangeroerd
uninflected onaangeroerd
inflected onaangeroerde
comparative
positive
predicative/adverbial onaangeroerd
indefinite m./f. sing. onaangeroerde
n. sing. onaangeroerd
plural onaangeroerde
definite onaangeroerde
partitive onaangeroerds