Dutch edit

Etymology edit

opeen +‎ volgend

Pronunciation edit

  • (file)

Adjective edit

opeenvolgend (not comparable)

  1. successive, consecutive

Inflection edit

Inflection of opeenvolgend
uninflected opeenvolgend
inflected opeenvolgende
comparative
positive
predicative/adverbial opeenvolgend
indefinite m./f. sing. opeenvolgende
n. sing. opeenvolgend
plural opeenvolgende
definite opeenvolgende
partitive opeenvolgends