schikking
Dutch edit
Etymology edit
From Middle Dutch schickinge. Equivalent to schikken + -ing.
Pronunciation edit
Noun edit
schikking f (plural schikkingen, diminutive schikkinkje n)
- arrangement, layout
- compromise
- (law) settlement agreement
- Synonyms: dading, vaststellingsovereenkomst
Hyponyms edit
- gerechtelijke schikking (“court-ordered settlement”)
- minnelijke schikking (“out-of-court settlement”)