schrikbarend

Dutch

Etymology

Compound of schrik +‎ barend.

Pronunciation

• IPA^(key): /ˌsxrɪkˈbaː.rənt/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: schrik‧ba‧rend
• Rhymes: -aːrənt

Adjective

schrikbarend (comparative schrikbarender, superlative schrikbarendst)

1. frightening, worrying, terrifying

Inflection

Inflection of schrikbarend
uninflected	schrikbarend
inflected	schrikbarende
comparative	schrikbarender
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		schrikbarend	schrikbarender	het schrikbarendst het schrikbarendste
indefinite	m./f. sing.	schrikbarende	schrikbarendere	schrikbarendste
	n. sing.	schrikbarend	schrikbarender	schrikbarendste
	plural	schrikbarende	schrikbarendere	schrikbarendste
definite		schrikbarende	schrikbarendere	schrikbarendste
partitive		schrikbarends	schrikbarenders	—