stoffelijk

Dutch

Etymology

From stof +‎ -lijk.

Pronunciation

• Audio:

  (file)

Adjective

stoffelijk (comparative stoffelijker, superlative stoffelijkst)

1. material

   het stoffelijk overschot. - The remains (of a dead person)

Declension

Declension of stoffelijk
uninflected	stoffelijk
inflected	stoffelijke
comparative	stoffelijker
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		stoffelijk	stoffelijker	het stoffelijkst het stoffelijkste
indefinite	m./f. sing.	stoffelijke	stoffelijkere	stoffelijkste
	n. sing.	stoffelijk	stoffelijker	stoffelijkste
	plural	stoffelijke	stoffelijkere	stoffelijkste
definite		stoffelijke	stoffelijkere	stoffelijkste
partitive		stoffelijks	stoffelijkers	—

Derived terms

• ontstoffelijken
• stoffelijk overschot
• verstoffelijken