Dutch

edit

Etymology

edit

From studie (study) +‎ vertraging (delay).

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˈstydivərˌtraːɣɪŋ/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: stu‧die‧ver‧tra‧ging

Noun

edit

studievertraging f (plural studievertragingen, diminutive studievertragingkje n)

  1. delay in one's studies
    • 1923, “Gedupeerden”, in Delftsche Courant, volume 82, number 5, page 3:
      Het medelijden met de jongenmannen klimt nog bij de wetenschap, dat de mobilisatie, waarin zij het land dienen, oorzaak van studievertraging is.
      The sympathy of the young men rises all the more once they realise that the mobilisation, in which they serve their country, is a cause of study delay.
    • 1979, “Studievertraging door bestuurswerk compenseren”, in Trouw, volume 37, number 10860, page 14:
      De landelijke kamer van studentenverenigingen wil dat ook in de toekomst studievertraging die studenten oplopen doordat zij in besturen zitten, wordt gecompenseerd.
      The national bond of student organisations wants that in the future, as well, the sudy delay that students receive because they are part of a board, is compensated.
    • 1994, “Studievertraging tandheelkunde”, in NRC Handelsblad, volume 24, number 216, page 3:
      Die studievertraging is zowel naar Nederlandse als naar Europese normen 'onacceptabel'.
      That study delay is, both according to the Dutch and the European norms, 'unacceptable'.