toegespeeld

Dutch

Pronunciation

• IPA^(key): /ˈtu.ɣəˌspeːlt/

• Audio

  (file)

• Hyphenation: toe‧spe‧len

Participle

toegespeeld

1. past participle of toespelen

Declension

Inflection of toegespeeld
uninflected	toegespeeld
inflected	toegespeelde
		positive
predicative/adverbial		toegespeeld
indefinite	m./f. sing.	toegespeelde
	n. sing.	toegespeeld
	plural	toegespeelde
definite		toegespeelde
partitive		toegespeelds