tussenin
Dutch
editEtymology
editPronunciation
editAudio: (file)
Circumposition
edittussenin
- in between, in the space between them
- De eerste weken slaapt onze baby tussen ons in.
- During the first weeks our baby sleeps between us.
Inflection
editPronominal adverbs of tussenin
circumposition | tussen ... in |
---|---|
postpositional adv. | tussenin |
+ het (it) | ertussenin |
+ dit (this) | hiertussenin |
+ dat (that) | daartussenin |
+ wat (what) | waartussenin |
+ iets (something) | ergens tussenin |
+ niets (nothing) | nergens tussenin |
+ alles (everything) | overal tussenin |
Adverb
edittussenin
- in between
- Je bent voor of tegen Ajax, daar zit niets tussenin.
- You are for or against Ajax, there is nothing in between.