Dutch

edit

Etymology

edit

Compound of uit +‎ zicht or uitzien (to seem, appear) +‎ -t (verbal noun).

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˈœy̯t.sɪxt/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: uit‧zicht

Noun

edit

uitzicht n (plural uitzichten, diminutive uitzichtje n)

  1. outlook, view (panorama)
    Deze kamer heeft een mooi uitzicht.This room has a nice view.
  2. outlook, prospect (expectation for the future)
    Synonym: vooruitzicht

Derived terms

edit