Dutch edit

Pronunciation edit

  • (file)

Participle edit

veranderend

  1. present participle of veranderen

Declension edit

Inflection of veranderend
uninflected veranderend
inflected veranderende
positive
predicative/adverbial veranderend
veranderende
indefinite m./f. sing. veranderende
n. sing. veranderend
plural veranderende
definite veranderende
partitive veranderends

Anagrams edit