Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

verdedigd

  1. past participle of verdedigen

Declension

edit
Declension of verdedigd
uninflected verdedigd
inflected verdedigde
positive
predicative/adverbial verdedigd
indefinite m./f. sing. verdedigde
n. sing. verdedigd
plural verdedigde
definite verdedigde
partitive verdedigds