Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

verleidend

  1. present participle of verleiden

Declension

edit
Declension of verleidend
uninflected verleidend
inflected verleidende
positive
predicative/adverbial verleidend
verleidende
indefinite m./f. sing. verleidende
n. sing. verleidend
plural verleidende
definite verleidende
partitive verleidends

Anagrams

edit

German

edit

Pronunciation

edit

Participle

edit

verleidend

  1. present participle of verleiden