Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

vervolgend

  1. present participle of vervolgen

Declension

edit
Declension of vervolgend
uninflected vervolgend
inflected vervolgende
positive
predicative/adverbial vervolgend
vervolgende
indefinite m./f. sing. vervolgende
n. sing. vervolgend
plural vervolgende
definite vervolgende
partitive vervolgends

Anagrams

edit