Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

verwelkend

  1. present participle of verwelken

Declension

edit
Declension of verwelkend
uninflected verwelkend
inflected verwelkende
positive
predicative/adverbial verwelkend
verwelkende
indefinite m./f. sing. verwelkende
n. sing. verwelkend
plural verwelkende
definite verwelkende
partitive verwelkends

German

edit

Pronunciation

edit

Participle

edit

verwelkend

  1. present participle of verwelken