Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)

Participle

edit

verzorgend

  1. present participle of verzorgen

Declension

edit
Declension of verzorgend
uninflected verzorgend
inflected verzorgende
positive
predicative/adverbial verzorgend
verzorgende
indefinite m./f. sing. verzorgende
n. sing. verzorgend
plural verzorgende
definite verzorgende
partitive verzorgends

Anagrams

edit