Dutch

edit

Etymology

edit

From vinding +‎ rijk.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /ˈvɪn.dɪŋˌrɛi̯k/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: vin‧ding‧rijk

Adjective

edit

vindingrijk (comparative vindingrijker, superlative vindingrijkst)

  1. creative, inventive
    Synonym: creatief
  2. resourceful

Inflection

edit
Declension of vindingrijk
uninflected vindingrijk
inflected vindingrijke
comparative vindingrijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial vindingrijk vindingrijker het vindingrijkst
het vindingrijkste
indefinite m./f. sing. vindingrijke vindingrijkere vindingrijkste
n. sing. vindingrijk vindingrijker vindingrijkste
plural vindingrijke vindingrijkere vindingrijkste
definite vindingrijke vindingrijkere vindingrijkste
partitive vindingrijks vindingrijkers

Derived terms

edit