Dutch

edit

Pronunciation

edit
  • Audio:(file)
  • Rhymes: -ɛxt

Participle

edit

weerlegd

  1. past participle of weerleggen

Declension

edit
Declension of weerlegd
uninflected weerlegd
inflected weerlegde
positive
predicative/adverbial weerlegd
indefinite m./f. sing. weerlegde
n. sing. weerlegd
plural weerlegde
definite weerlegde
partitive weerlegds