zorgenkind
Dutch edit
Etymology edit
Compound of zorg (“a care, worry”) + -en- + kind (“child”).
Pronunciation edit
Noun edit
zorgenkind n (plural zorgenkinderen, diminutive zorgenkindje n)
- (literally) A problem child, troubled and/or troublesome youngster or offspring.
- De ouders zijn bezorgd over hun zorgenkind dat moeite heeft om op school mee te komen.
- The parents are worried about their troubled youngster who is struggling to keep up at school.
- (figuratively) Any source of grave/regular worries.
- Het oude gebouw is een zorgenkind voor het onderhoudsteam, omdat het steeds weer reparaties nodig heeft.
- The old building is a source of worries for the maintenance team, as it constantly needs repairs.