zwaardwalvis
Dutch
editEtymology
editFrom zwaard (“sword”) + walvis (“whale”).
Pronunciation
editNoun
editzwaardwalvis m (plural zwaardwalvissen, diminutive zwaardwalvisje n)
From zwaard (“sword”) + walvis (“whale”).
zwaardwalvis m (plural zwaardwalvissen, diminutive zwaardwalvisje n)