de pijp aan Maarten geven

Dutch

edit

Etymology

edit

Unknown. Literally, “to give the pipe to Maarten [Martin]”.

Pronunciation

edit
  • IPA(key): /də ˈpɛi̯p aːn ˈmaːrtə(n) ˈɣeː.və(n)/
  • Audio:(file)

Verb

edit

de pijp aan Maarten geven

  1. (intransitive, idiomatic) to give up, to throw in the towel
    Synonyms: de handdoek in de ring werpen, de brui geven, het bijltje erbij neerleggen, het voor gezien houden
  2. (euphemistic, somewhat humorous) to die.

Inflection

edit