eromheen

Dutch edit

Etymology edit

Univerbation of er +‎ omheen.

Pronunciation edit

IPA^(key): /ə.rɔmˈɦeːn/, /ɛ.rɔmˈɦeːn/
Audio (file)
Hyphenation: er‧om‧heen
Rhymes: -eːn

Adverb edit

eromheen

pronominal adverb form of omheen + het

Inflection edit

Pronominal adverbs of eromheen

preposition	omheen
postpositional adv.	omheen
+ het (it)	eromheen
+ dit (this)	hieromheen
+ dat (that)	daaromheen
+ wat (what)	waaromheen
+ iets (something)	ergens omheen
+ niets (nothing)	nergens omheen
+ alles (everything)	overal omheen

Retrieved from "https://en.wiktionary.org/w/index.php?title=eromheen&oldid=62448008"