gebruikelijk
Dutch
editEtymology
editFrom Middle Dutch gebrukelijc, from Middle High German gebrûchlich (whence German gebräuchlich). Equivalent to gebruiken + -e- + -lijk.
Pronunciation
editAdjective
editgebruikelijk (comparative gebruikelijker, superlative gebruikelijkst)
- usual
- In sommige culturen is het gebruikelijker om thee te drinken dan koffie.
- In some cultures, it is more usual to drink tea than coffee.
- customary
- Het schudden van handen is een gebruikelijke begroeting in veel landen.
- Shaking hands is a customary greeting in many countries.
Declension
editDeclension of gebruikelijk | ||||
---|---|---|---|---|
uninflected | gebruikelijk | |||
inflected | gebruikelijke | |||
comparative | gebruikelijker | |||
positive | comparative | superlative | ||
predicative/adverbial | gebruikelijk | gebruikelijker | het gebruikelijkst het gebruikelijkste | |
indefinite | m./f. sing. | gebruikelijke | gebruikelijkere | gebruikelijkste |
n. sing. | gebruikelijk | gebruikelijker | gebruikelijkste | |
plural | gebruikelijke | gebruikelijkere | gebruikelijkste | |
definite | gebruikelijke | gebruikelijkere | gebruikelijkste | |
partitive | gebruikelijks | gebruikelijkers | — |
Antonyms
editRelated terms
editDescendants
edit- Afrikaans: gebruiklik
Categories:
- Dutch terms inherited from Middle Dutch
- Dutch terms derived from Middle Dutch
- Dutch terms derived from Middle High German
- Dutch terms suffixed with -e-
- Dutch terms suffixed with -lijk
- Dutch terms with IPA pronunciation
- Dutch terms with audio links
- Dutch lemmas
- Dutch adjectives
- Dutch terms with usage examples